Commentaire de Jean-Louis Xhonneux du chapitre consacré par Jean Baerten à Rémersdael sous le titre "Vlaams- en Fransgezinden in Voeren" - "Typologie op basis van de verkiezingsdocumentatie", pp. 23-27 du livre "Voeren 1921-1995 - De Belgische democratie op Driet".

Je reproduis le texte de Jean Baerten en bleu pour bien le distinguer de mes commentaires (en rouge).

Remersdaal

A. In en uit de greep van de baronnen de Fürstenberg (1921 - 1950)

 

Remersdaal is vergelijkbaar met Teuven. Het burgemeesterschap is er lang in handen van de baronnen de Fürstenberg : Clement-Egon werd voor de laatste keer verkozen in 1921; zijn zoon Adolphe volgde hem op in 1926 en overleed in 1950. 

G. Grondal a écrit dans ses "Notices historiques sur Rémersdael" en 1953: Le premier bourgmestre de Rémersdael, Nicolas Grégoire, décéda le 2 juillet 1855 et eut pour successeur, par arrêté royal du 31 octobre de la même année, l'échevin Adolphe Théodore Talbot, qui exerça ces fonctions durant 32 ans, jusqu'à sa mort, le 4 mai 1887. Le 14 janvier 1888, le baron Clément de Furstenberg fut nommé à cette charge, qu'il remplit également pendant près de 39 ans. Après son décès survenu le 3 novembre 1926, son fils, le baron Adolphe de Furstenberg, fut appelé à lui succéder par arrêté royal du 6 juillet 1927, et il administra de même la commune l'espace de 23 ans, étant décédé le 2 juin 1950. De 1855 à 1950, soit en 95 ans, Rémersdael n'a donc eu que trois bourgmestres. M. Léon Hollands, nommé par arrêté royal du 2 août 1950, préside actuellement à ses destinées.

Zij (les barons de Furstenberg) waren Duits- en Franssprekend (mais propriétaires du château d'Obsinnich depuis 1721 et physiquement présents dans au château d'Obsinnich depuis 1863, comme le rappelle Albert Stassen dans "De la forteresse médiévale au Castel Notre-Dame", 2002). Rond hen schaarden zich bakker Hagelstein, Rompen, Alfons Hanssen, rentenier, alsook de landbouwers Weber en Poumay. Handelaar Adolf Lausberg - die in 1921 op zijn eigen lijst verkozen werd - bond veiligheidshalve in (le professeur ne dit pas où il a trouvé cet argument; il l'invente sans doute tout simplement) en onderwierp zich aan de nieuwe baron die, in 1926, voor een keer aan de bejaarde Hagelstein de eer liet de lijst aan te voeren. Laatstgenoemde en Rompen werden zes jaar later vervangen door rentenier Mathieu Frisschen en boer Leon Hollands, een pas in 1914 Belg geworden Nederlander, al was hij in Remersdaal geboren (on pourrait rappeler à Jean Baerten qu'il suffit parfois de chercher la femme pour comprendre ce qui se passe dans les sociétés rurales: Léon Hollands a épousé le 2 juin 1924 Jeanne Belleflamme dont la famille est installée à Rémersdael depuis longtemps; par ailleurs, le grand-père maternel de Léon Hollands, Pierre-Renier Smeets-Bartholomy était déjà décédée à Rémersdael en 1887. Peux-tu encore parler d'immigrant dans ce cas?)

Van verkiezing was er geen sprake (l'élection sans lutte, où une seule liste est déposée, est aussi une élection, mais le professeur feint de l'ignorer). Evenmin in 1938. Op dat ogenblik bestond de meerderheid van de gemeenteraad uit inwijkelingen : Jean Pelsser (encore un immigrant pour Jean Baerten, alors que son grand-père maternel, Jacques Putters était déjà décédé à Rémersdael en 1888), die samen met Gilles Straetmans en Hanssen zetelde als plaatsvervanger van Poumay, was afkomstig van Aubel; Weber werd in Moresnet geboren, Lausberg in Baelen (époux de Séraphine Bolsée dont le père François Bolsée est décédé à Rémersdael en 1885) en Frisschen in Sint-Pietersvoeren. Als plaatsvervangers werden lokale boeren aangeduid : Alfons Renkens en André Dederix.

Na de oorlog groeide het aandeel van de inwijkelingen nog aan : was Pelsser verdwenen, de plaats van de overleden baron werd ingenomen door een handelaar afkomstig van Hombourg, Chrétien Linkens (fils de Edouard Linkens et Anne Marie Poumay; le grand-père d'Anne Marie Poumay, Pierre Joseph Poumay est décédé à Rémersdael le 22 juin 1866), terwijl Lausberg werd vervangen door een dagloner uit Gemmenich Laurent Flas (et, une fois de plus, suivons la femme: Laurent Flas avait comme épouse Ida Lemmens dont la famille était établie à Rémersdael depuis longtemps puisque son père Mathieu Lemmens est né à Rémersdael en 1876). Uit Sint-Martensvoeren week dan weer Jean Maréchal in, verkozen in 1946 samen met Jozef Franssen, een spoorwegarbeider uit Remersdaal. Ex-Nederlander Hollands kreeg toen het burgemeesterschap omdat, zoals de arrondissementscommissaris aan de gouverneur schreef, "ofschoon het Vlaams zijn moedertaal is, hij vlot Frans" sprak (wij vertaalden). Dat eiste men nu eenmaal van Nederlandssprekenden, maar niet omgekeerd.

Bleef die toestand ongewijzigd in 1952 [en fait en 1958], zes jaar later kwam een oppositielijst roet in het eten gooien. Een uit Rochefort afgezakte landbouwer André Schmets (oui, André Schmets est né à Rochefort, mais son père était né à Teuven, et André est arrivé à Rémersdael alors qu'il était encore un gamin) trok een lijst waarop, behalve hijzelf, zijn collega Armand Xhonneux en een - ditmaal in Remersdaal geboren - Jean Pelsser (c'est le fils de Jean Pelsser cité plus haut et de Joséphine Hubertine Poumay) verkozen werden. Hollands - wellicht te Nederlands bevonden - haalde het nog met één stem (Frisschen, Straetmans en Maréchal), maar overleed eind 1960. Als door paniek bevangen namen de plaatsvervangers van zijn PSC-lijst (Franssen, Linkens en Flas) ontslag. Er werden geen nieuwe verkiezingen uitgeschreven. Het was duidelijk dat men het er over eens was in 1964 één enkele lijst samen te stellen van francofielen met Straetmans als burgemeester: André Schmets, Jean en Robert Pelsser (geen nauwe verwanten) (Robert Pelsser est le petit-fils d'Adolphe Lausberg, cité plus haut déjà), nog andere landbouwers (A. Lahaye en M. Dédérix) alsook handelaar E. Roemans. Geen van hen legde de eed in het Nederlands af en, bij de volgende verkiezingen, bleven zij elke steun aan Vlaamse lijsten weigeren. "Retour à Liège" kon niet de enige politieke groep in Remersdaal blijven, oordeelde landbouwer Victor Taeter, afkomstig van Henri-Chapelle [mais arrivé à Rémersdael à l'âge de 4 ans et demi], en hij pakte uit met een eigen Iijst maar verre van een echte Vlaamse lijst. Hijzelf en vervoerondernemer François Heuts legden de eed in het Frans af. Alleen boer Jozef Rouvroye, geboren in Nederlands Limburg (en 1910 et décédé en 1985, inhumé à Rémersdael et l'unique indication sur le caveau est rédigée en langue française), vervulde deze plicht in het Nederlands. Taeter en Heuts zouden bovendien in 1976 plaatsvervanger worden op de fusielijst van Pinckaers. Hun lijstgenoot van zes jaar tevoren, Louis Hanssen, eveneens landbouwer zoals zij, was meer beginselvast : hij kandideerde toen op de lijst van Broers. Men kan dus de lijst Taeter beslist beschouwen als de meest Vlaamse Iijst t.o.v. een francofiele lijst, maar ze was niet zo zuiver op de graat als in sommige andere dorpen.

Toch moet vermeld worden dat de hele lijst bij de gouverneur een klacht indiende tegen burgemeester Schmets omdat deze laatste, tijdens de installatie van de nieuwe gemeenteraad op 19 februari 1971, openlijk de Bestendige Deputatie van Limburg belasterde omdat zij onterecht een derde zetel aan de lijst-Taeter zou toegekend hebben. Hij zou er ook mee gedreigd hebben dat de Voerense dorpen - als autonoom kanton - niet meer bij Limburg zouden horen. Bovendien weigerde hij een Nederlandse vertaling van zijn toespraak, die Rouvroye als Fransonkundige had gevraagd. Tenslotte had hij de scheidende burgemeester en raadsleden "grands patriotes et défenseurs de la langue française" genoemd. Vreemd is wel uiteraard dat de protesterende lijstgenoten zich in het Frans tot de gouverneur van Limburg richtten.

B. Typologie van de families

§ 1- Rechtlijnig francofiel type

Buiten de de Fürstenbergs kunnen een paar families als dusdanig gekwalificeerd worden op grond van de bestaande documentatie. Een Jean PELSSER was reeds raadslid onder baron de Fürstenberg. Twintig jaar later werd een gelijknamige landbouwer bij Schmets verkozen en, in 1964, bij Straetmans tegelijkertijd met Robert Pelsser die niet dicht verwant moet geweest zijn aangezien er zich geen problemen stelden om samen te zetelen. In 1970 werd Robert echter vervangen terwijl Jean de schepensjerp omgorde, wat niet belette dat Robert in 1976 nog als getuige fungeerde voor de lijst Pinckaers.

Plaatsvervanger in 1946 op de Iijst van de baron, werd landbouwer Armand XHONNEUX pas herkozen in 1958, jaar waarin Joseph Xhonneux voor de lijst Schmets als getuige optrad. Later werd Jean­Louis Xhonneux, ambtenaar bij het Luikse provinciebestuur, sinds 1976 op de francofiele lijsten verkozen.

§ 2- Rechtlijnig Vlaams type

Aangezien in een andere Voergemeente de naam DODEMONT model staat voor francofilie, is het interessant te vermelden dat in Remersdaal drie naamgenoten steeds de meest Vlaamse lijsten hebben gesteund : Gerard in 1958 voor de Iijst Hollands en in 1970 voor de Iijst Taeter. Het gaat telkens om landbouwers (Gérard Dodémont, né à Hombourg le 16 mars 1921, a épouse Joséphine Hollands, fille de Léon Hollands, le 13 avril 1955, et est décédé le 16 août 1985).

Over Alfons HANSSEN's gezindheid in de jaren 1921-1932, toen hij op de lijsten van burgemeester de Fürstenberger verkozen werd, is niets bekend. Of Louis Hanssen, plaatsvervanger bij Taeter, afstamt van de vorige, zou aan de hand van genealogisch onderzoek moeten verduidelijkt worden. Feit is dat deze Louis in 1976 kandidaat was op de lijst Broers (j'ai écrit plus haut qu'il fallait chercher la femme; dans ce cas, il faut chercher le curé en plus. Theodore Janssen a été curé à Rémersdael de 1906 à 1937. Né le 4 novembre 1870 à Gerdingen (Bree), ordonné en 1894, vicaire à Aubel, en 1898 à Herstal N.D., chapelain à Halmael (St-Trond) en 1903, curé de Rémersdael en 1906, retraité à La Kan (Aubel) en 1937, décédé à Aubel le 5 janvier 1957. Au cours de son long ministère à Rémersdael, il a notamment cherché à rapprocher des jeunes gens de sa région d'origine avec des jeunes fouronnais. C'est ainsi que Joséphine Schoolmeesters de Gerdingen (1890-1972) a épousé Alphonse Hanssen (1892-1972) de Rémersdael. Dans un livre qui sera publié prochainement, j'aurai l'occasion de revenir sur l'action du Curé Janssen).

Toen rentenier Mathieu FRISSCHEN zich in 1958 - op 89-jarige leeftijd - voor de vijfde keer liet verkiezen, bleef hij trouw aan Hollands met wie hij, in 1933, in de gemeenteraad zijn intrede deed. De Waalse sirenenzang van Schmets en consoorten had op hem geen invloed.

Spoorwegarbeider FRANSSEN deed precies dezelfde keuze : na twee geslaagde verkiezingen bleef hij in 1958 bij Hollands, evenwel zonder succes. Als vijftiger verdween hij van het politiek toneel.

De slechts vier jaar oudere dagloner Laurent FLAS maakte net hetzelfde mee en hield het voor bekeken. De dood van Hollands betekende voor beiden blijkbaar de genadeslag, en daardoor voor heel de gemeente.

§ 3- Gemengd type

Gilles STRAETMANS hoort hier eigenlijk thuis. Wellicht dreef eigenbelang hem naar het francofiele kamp (où l'auteur peut-il apporter la preuve de cette affirmation?). Verkozen bij de Fürstenberg in 1938 en in 1946 en bij Hollands in 1952, bleef hij deze trouw, toen zich, zes jaar later, een francofiele lijst aandiende. Het overlijden van Hollands gaf hem uitzicht op het burgemeesterschap, op voorwaarde dat hij naar de oppositie overliep. Logischerwijze steunde hij dan ook als gepensioneerde burgervader Pinckaers' fusielijst.

Landbouwer Alfons LAHAYE steunde eerst Hollands in 1958 vooraleer hij verkozen werd bij Straetmans en daarna bij Schmets, onder wiens burgemeesterschap hij het tot schepen bracht. In 1976 steunde hij de fusielijst van Pinckaers. Twee studenten, Gaby en Georges Lahaye, deden dat eveneens (je peux compléter en signalant que José Smeets, échevin de 1982 à 1988, bourgmestre de 1994 à 2000 et actuellement échevin, est le beau-fils d'Alphonse Lahaye).

In deze categorie zou ik geneigd zijn ook iemand als TAETER onder te brengen. Zoals hoger aangetoond, zette hij zich in 1970 af tegen de ultrafrancofonen als Schmets, maar opteerde hij zes jaar nadien voor de lijst van Pinckaers waarop diezelfde Schmets verkozen werd terwijl hij op de opvolgersbank belandde. Misschien had hij geen keus : zou Broers iemand aanvaard hebben die de eed in het Frans had afgelegd en zich in het Frans tot de Limburgse gouverneur richtte? Aan Hanssen had de Vlaamse lijst een betere kandidaat.

De familie HEUTS is actief in de vervoersector. Jozef werd niet verkozen op de lijst Schmets in 1958, maar het lukte François toch in 1970 op die van Taeter. In de fusiegemeente liep hij achter de francofielen aan : plaatsvervanger voor "Retour à Liège" in 1976, werd hij tot raadslid verkozen bij de volgende gelegenheden (François Heuts a été conseiller communal à Rémersdael de 1970 à 1976, élu sur la liste conduite par Victor Taeter, puis il a été conseiller communal "Retour à Liège" de 1982 à 1994, et encore candidat "Retour aux Libertés pour la liste du conseil de l'aide sociale en 2006).

Conclusie

Remersdaal is in zekere zin vergelijkbaar met Teuven omdat de baronnen de Fürstenberg, zoals de Sécillon, het burgemmeesterschap monopoliseerden en dissidenten opslorpten. Het fenomeen van de dominante rol van inwijkelingen vooral vanuit Wallonië maar ook vanuit Nederland en andere Voerdorpen, was hier zeer accuut. Sedert het overlijden van de laatste baron was er maar één burgemeester uit Remersdaal (Straetmans) : Hollands was een genaturaliseerde Nederlander van wie men zijn vlot Frans tot in Luik apprecieerde; Straetmans werd opgevolgd door de Ardenees Schmets (Ardennais ? Dans ce cas, je serais Eupenois!) die in 1971 aan een raadslid van Nederlandse afkomst een vertaling weigerde! Frans was vereist voor Nederlandssprekenden, niet omgekeerd.

Door het feit dat de invloed van de baron vroeger ophield (1950) dan die van de Sécillon in Teuven, kwam de polarisering in Remersdaal sneller op gang. Tegenover de te Vlaams bevonden lijst Hollands ontstond in 1958 de francofiele lijst van de Waal Schmets. Het overlijden van Hollands was voor de Vlamingen een ware catastrofe mede door het overlopen van Straetmans en het ontslag van Hollands' plaatsvervangers. Niet alle francofielen waren het er - zelfs na de overheveling naar Limburg - mee eens dat "Retour à Liège" de lakens uitdeelde. Zo kwam opnieuw een tweetalige lijst o.l.v. Taeter uit Henri-Chapelle tot stand waarvan echter slechts een Fransonkundige ex-Nederlander de eed in het Nederlands aflegde, maar wiens rechten op vertaling door Taeter werden verdedigd (en français!).

Il y a encore beaucoup à dire, mais j'en resterai provisoirement là. Certaines personnes citées sont encore en vie et je leur laisserai le soin d'apporter elles-mêmes leur témoignage.  

 

Retour au sommaire des critiques de Jean Baerten

Retour à la page d'accueil
 
© 2003 - Dernière mise à jour: 27.12.2006 - jlx@wallon.net