Em. Professor Dr. Jean BAERTEN
(°Tongeren, 1936) studeerde aan de Athenea te Tongeren en Brussel ; aan de ULB
behaalde hij de licentie (1956) en het doctoraat (1961) in de geschiedenis.
Achtereenvolgens aspirant NFWO, atheneumleraar en archivaris bij het Algemeen
Rijksarchief, doceerde hij van 1966 tot 1996 geschiedenis van de Middeleeuwen en
van de Nederlanden aan de Vlaamse leergangen van de ULB en aan de VUB, die hem
in 1971 tot gewoon hoogleraar benoemde.
Hij schreef o.m.
standaardwerken over Het grafschap Loon (11de-14de eeuw) (1961), bekroond
met de Manteliusprijs, en over De Munten van de graven van Loon (1981).
In 1995 voegde hij daar zijn Harde Vlaamse koppen : de boeren van Voeren
aan toe waarin hij - in tegenstelling tot vele Franstalige auteurs - het Vlaamse
karakter van de Voerstreek doorheen de geschiedenis bewees. De verkeerd
getekende departementsgrenzen, die Voeren (voor het eerst !) onder Luiks bewind
brachten, en vooral de administratieve en rechterlijke indeling sinds Napoleon
betekenden een breuk met het van ouds gebuldigde territoriatiteitsprincipe.
Thans toont Prof: Baerten aan
dat, van zodra dit beginsel - onder druk van de Vlaamse beweging - door het
Belgisch Parlement in taalwetten werd opgenomen (1921, 1932), aristocratische
francofone burgemeesters (de rexist de Sécillon op kop), met de steun van de
opeenvolgende regeringen, de toepassing ervan dwarsboomden. Zij verspreidden
een ideologie steunend op het misverstand van de "Voerense
ultzondering", en brachten zo kettingreacties teweeg : onder het voorwendsel
dat het Voerens platdiets geen Nederlands was - welk Vlaams dialect was dat wel
? -, werd het Frans aan de bevolking als bestuurstaal aangepraat en opgedrongen
; omdat de provincie Luik geen Vlaams middelbaar onderwijs inrichtte, verplichtte
men haar het Frans vanaf het lager onderwijs meer en meer te verkiezen. Vooral
na de moeizaam verworven overheveling naar Limburg (1963) werd de taal van het
kind een politiek wapen om de terugkeer naar Luik te bewerkstelligen.
De ideologisch-politieke
verklaring weegt veel zwaarder dan de economische, waarvan de auteur de
relevantie opnieuw in twijfel trekt. In alle fazen van de ontwikkeling, sinds
de Sécillon over Happart tot en met het antenne-KB (1995), wordt het
territorialiteitsprincipe
op de helling gezet.
Telkens stelt de auteur vast
dat de Belgische democratie op drift was. Zonder waterdichte systemen -
Retour à la page "critiques de Jean Baerten"